Interview met Anja Hulsbergen

Iris Lemmens werkt een aantal maanden als adviseur van de raad Neder-Betuwe. Zij interviewde de raadsleden om te vernemen hoe ze het raadswerk ervaren en ze ook beter te leren kennen. Anja Hulsbergen (GB) uit Ochten is deze week aan de beurt.

Hoe ben je in de gemeenteraad beland?

Ik heb van 2010 tot 2014 ook in de gemeenteraad gezeten, maar dan voor de VVD. En ik heb ook voor de VVD in de Provinciale Staten gezeten. Toen ben ik eruit gegaan en bleef het toch wel kriebelen. Maar inmiddels was de VVD niet meer mijn partij. Toen zag ik op een gegeven moment een oproep staan vanuit Gemeentebelangen dat ze mensen zochten die wilden meepraten en -denken. Toen heb ik een kennismakingsgesprek gehad en ben ik op nummer 2 op de lijst gekomen en uiteindelijk in de raad beland.

En wat zijn je beweegredenen geweest om de gemeenteraad in te gaan?

Eigenlijk is het allemaal een beetje toeval geweest. Ik was afgestudeerd en toen had ik tijd over. Politiek interesseerde me altijd al wel heel erg veel. En toen kwam er in Het Gemeentenieuws van de VVD een oproep dat ze mensen zochten die mee wilden denken. Eigenlijk hetzelfde verhaal als later bij Gemeentebelangen. Ik ben toen voor de VVD in de raad gekomen. Het is eigenlijk gewoon interesse in de politiek en in wat er in de maatschappij gebeurt.

Je zat eerst bij de VVD en nu bij een lokale partij. Hoe heb je die overstap ervaren?

Als je in een landelijke partij zit, zit je met mensen die eigenlijk allemaal redelijk hetzelfde denken. De VVD ondersteunt hun lokale afdelingen ook heel erg met trainingen en informatiedagen. Een lokale partij heeft minder middelen en moet het op eigen kracht doen. Lokale partijen zijn vaak ook meer een mix van verschillende meningen en achtergronden. Je moet meer moeite doen om tot één werkende fractie te komen. Het is wat dat betreft iets harder werken. Je hebt geen landelijke koers waar je op mee kan varen. Je moet hele duidelijke afspraken met elkaar maken over welke standpunten je gaat innemen. Dat geeft weleens discussies.

Als jij het volledig voor het zeggen had in de raad: waar zou je dan direct op inzetten?

Op nummer één staat wel de lokale economie, oftewel dat we meer faciliteren voor inwoners die een eigen bedrijf willen opzetten. Dit kan bijvoorbeeld door bepaalde regelgeving aan te passen zodat het aantrekkelijker en makkelijker wordt voor hen om iets op te zetten. Het doel hiervan is om de gemeente wat bruisender te maken. Neder-Betuwe hoeft geen ‘wereldstad’ te worden, maar ik zou wel graag meer voorzieningen zien voor jong en oud. Daarnaast zou ik meer inzetten op veiligheid. Door de ligging aan de A15 zijn mensen zo in Duitsland en daarnaast liggen we op de route naar Rotterdam. Dit is aantrekkelijk voor drugscriminelen. Ten slotte zou ik meer ruimte creëren voor nieuwe initiatieven vanuit inwoners.

Wat maakt het raadslidmaatschap zo leuk?

Bestemmingsplannen hebben niet mijn interesse, al verdiep ik me er wel in om tot een standpunt te komen Wat ik het interessante vind, is het breed bezig zijn met de vraagstukken die spelen en met elkaar kijken hoe je een gemeente zo goed mogelijk ingericht krijgt. En dat je iets voor de samenleving kan doen. En natuurlijk heb je ook avonden die saai zijn of waar je achteraf van baalt, maar dat hoort er allemaal bij. Vanuit mijn achtergrond in de ouderenzorg vind ik het interessant om te kijken naar wat we daarvoor kunnen betekenen. Bijvoorbeeld het zijn van een dementievriendelijke gemeente, zonder te betuttelen. Wat je nu ziet, is dat op het moment dat ouderen in een verpleeghuis komen, alles uit handen wordt genomen. Op die manier ontneem je die mensen de eigen regie. Als overheid/zorginstantie moet je de mensen wel in hun kracht zetten en faciliteren, maar verder zoveel mogelijk nog zelf laten doen.