Interview met Rutger Roseboom

Iris Lemmens werkt een aantal maanden als adviseur van de raad Neder-Betuwe. Zij interviewde de raadsleden om te vernemen hoe ze het raadswerk ervaren en ze ook beter te leren kennen. Rutger Roseboom (SGP) uit Opheusden is deze week aan de beurt.

Hoe ben jij het raadswerk ingerold?

Ik was eigenlijk nooit zo met politiek bezig. Ik ging wel altijd naar de vergaderingen van de SGP. Op een gegeven moment werd er gevraagd of ik burgerraadslid wilde worden. Dat leek me toen best wel interessant. Dus ging ik op een avond  naar een commissievergadering. Daar werd mij gevraagd waar mijn competenties liggen. Vervolgens werd ik gebeld dat ze me op een verkiesbare plaats wilde zetten en dat ik dus raadslid kon worden als ik dat wilde. Ik gaf aan dat ik nog onervaren was, maar dit was geen punt aangezien de SGP een grote fractie is en je er dus niet alleen voor staat. Zij hadden er vertrouwen in dat ik het wel zou kunnen. Ik ben toen begonnen met onderwerpen binnen het sociaal domein, maar later ben ik overgestapt naar fysiek. Nu doe ik de bestemmingsplannen. Dat vind ik wel interessant omdat er veel gebeurt op dat vlak en het aansluit op de wereld waar ik in werk; in de bouw- en infrahoek. Vanuit de aannemerskant heb ik daar veel ervaring mee. Ik vind het interessant om dat hele proces te zien vanuit het perspectief van de gemeente.

Heb je vanuit die hoedanigheid ook contact met inwoners?

Veel bestemmingsplannen kennen al een lange geschiedenis waardoor ik niet bij het gehele proces betrokken ben geweest. Maar in het geval van centrumplan Ochten ben ik bij de bewonersavonden geweest om het gesprek aan te gaan met de inwoners. Wat betreft de bestemmingsplannen die recent op de agenda zijn gekomen, heb ik me vooral verdiept in de ingediende zienswijzen. Tegelijkertijd moet je je ook niet te veel met de details van de plannen gaan bezighouden; daar ligt als raadslid niet je taak.

Zijn er naast de fysieke thema’s andere onderwerpen die je belangrijk vindt?

Je kunt je over heel veel dingen druk maken. Ik vind wel dat wij als raadslid het gezicht zijn van de gemeente naar de inwoners toe. Je hoort weleens geluiden dat het inwoners niet lukt om de gemeente te bereiken; ik vind het belangrijk om dan na te gaan hoe dit komt en waar dit aan ligt.

Jullie zijn als SGP duidelijk de grootste fractie. Is het soms moeilijk om consensus te krijgen onderling?

Je mag echt wel je eigen mening hebben binnen de fractie. Als wij een fractievergadering hebben over bepaalde gevoelige thema’s, zoals vaccinatie, statushouders en bestemmingsplannen, zie je dat de één ergens voor is en de ander tegen. Daar hebben we dan gesprekken over. Ik vind persoonlijk dat iedereen de ruimte krijgt om zijn mening te geven en uiteindelijk komen we altijd uit op een standpunt waar iedereen achter staat. En soms moet je ook wel water bij de wijn doen, maar dat hoort er gewoon bij. Het zou ook niet gezond zijn als je nooit met elkaar van mening verschilt.

En als je vooruit kijkt naar de volgende verkiezingen: wil je je weer verkiesbaar stellen?

Ik ben wel voornemens om door te gaan. Je moet echt op gang komen. Ik doe het nu twee jaar en ik ben nog steeds lerend. Er zijn soms raadsleden die een bepaald statement maken waar ik van onder de indruk ben en waar ik weer van leer. Ik bel ook weleens met raadsleden uit de oppositie over bepaalde onderwerpen hoe zij daar tegenaan kijken. Dat contact kenmerkt onze raad ook wel: er is wel eens een keer een discussie, maar als je het vergelijkt met andere gemeenteraden, dan ben ik blij dat het er hier niet zo aan toe gaat. Hier valt het heel erg mee. Ik probeer het raadswerk wel af te kaderen, want het komt wel bovenop je baan en je gezinsleven. Daarom ben ik ook blij met onze fractie; iedereen pakt weer iets anders op. En er leest altijd iemand mee. Vervolgens wissel je je gedachten uit en vul je elkaar aan.