Ieder stukje grond in Nederland is opgenomen in een bestemmingsplan. In een bestemmingsplan zijn bindende regels opgenomen voor bebouwing (zoals bouwhoogtes) en gebruik. Bouwplannen worden getoetst aan het bestemmingsplan. Als u plannen heeft om te bouwen of een pand in gebruik wilt nemen, is het verstandig om eerst in het bestemmingplan te kijken of dit mogelijk is. Een bestemmingplan regelt dus de ruimtelijke inrichting in het gebied. Op de verbeelding (plankaart) kunt u de bestemmingen lezen (zoals ‘wonen’, ‘bedrijf’) en in de regels is bepaald wat er op basis van die bestemming dan mogelijk is.
Per 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet zijn alle bestemmingsplannen omgezet in een tijdelijke omgevingsplan. Elke gemeente heeft één omgevingsplan. De gemeente heeft tot 1 januari 2032 de tijd om het tijdelijk omgevingsplan om te zetten naar een definitief omgevingsplan.
Een omgevingsplan is uitgebreider dan een bestemmingsplan. Het omgevingsplan bevat namelijk ook een groot deel van de bepalingen van de huidige gemeentelijke verordeningen, zoals de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), de Monumentenverordening, etc. Allerlei regels over inritten, monumenten, het splitsen van woningen en nog veel meer wordt in het omgevingsplan opgenomen.
Daarnaast gaat een deel van de regels van het Rijk naar gemeenten. Deze regels worden de ‘bruidsschat’ genoemd. Gemeenten mogen zelf bepalen of zij de regels uit de ‘bruidsschat’ willen opnemen in het omgevingsplan, willen wijzigen of willen schrappen. Dit betekent bijvoorbeeld dat de gemeente kan bepalen welke geluidsnormen aanvaardbaar zijn bij woningen.
Functie in plaats van bestemming
In een bestemmingsplan is aan ieder perceel binnen het plangebied een bepaalde bestemming toegekend, bijvoorbeeld Wonen, Bedrijven, Horeca of Agrarisch. In het omgevingsplan zal aan een perceel een functie worden toegekend in plaats van een bestemming. De functie is vaak hetzelfde als de bestemming.
TAM-omgevingsplan (TAM-Tijdelijke alternatieve maatregelen)
Omdat het nog niet goed mogelijk is om het tijdelijke omgevingsplan te wijzigen met de nieuwe technieken, gebruikt de gemeente tijdelijk het TAM-omgevingsplan om het omgevingsplan te wijzigen. Dit betekent dat we nog even de oude techniek van de bestemmingsplannen gebruiken voor het maken van het tijdelijk omgevingsplan (de bestaande uitwisselingsstandaard IMRO (Informatiemodel Ruimtelijke Ordening) en de bestaande voorziening Ruimtelijke Plannen).