De monumentale oudbouw van het huidige gemeentehuis werd in 1958 opgeleverd als het gemeentehuis van de voormalige gemeente Kesteren. Dit pand was destijds voorzien van een kleine zijvleugel aan de oostzijde. Deze werd in 1978 uitgebreid. In 1996 werd aan de westzijde een nieuwe kantoorvleugel in gebruik genomen.
In 2002 kwam de gemeente Neder-Betuwe tot stand uit een fusie van Kesteren, Echteld en Dodewaard. De ambtelijke organisatie is toen in Opheusden ondergebracht. Aangezien de nieuwe gemeente veel meer medewerkers heeft dan de voormalige gemeente Kesteren, was het nodig om vanaf 2002 tijdelijk demontabele kantoorunits te gebruiken in afwachting van besluitvorming voor een permanent groter gemeentehuis op een nader te bepalen locatie.
In de eerste jaren van het bestaan van de nieuwe gemeente is gesproken over verschillende opties, onder meer huisvesting in Kesteren-Zuid en gedeeltelijke en/of volledige nieuwbouw op de huidige locatie.
Op 29 januari 2009 koos de Neder-Betuwse gemeenteraad om op de huidige locatie te blijven. Het pand moest deels worden gerenoveerd en deels worden vervangen door een nieuw pand waarin Het Nieuwe Werken optimaal zou kunnen worden ondersteund. Nog voor de bouw van start ging, raakte het pand op 21 september 2010 zwaar beschadigd door een brand in de tijdelijke kantoorunits die leegstonden en juist in die week werden gedemonteerd. Toch konden de bouwwerkzaamheden in november 2010 van start gaan, waarbij ook de brandschade werd gerepareerd. Tijdens de bouw werden de gemeentelijke diensten vanuit twee tijdelijke locaties, te weten het voormalige gemeentehuis van Echteld aan de Molendam in Ochten en het voormalige Van Lodenstein College aan de Boveneindsestraat in Kesteren, geleverd.